Generatie 1 Sociale hoogtevrees


Het is al weer ruim 8 jaar geleden dat SPUI25 een discussieavond organiseerde over generatie Y. Een avond die ik om meerdere redenen niet snel zal vergeten. Er was net een enorme berg sneeuw gevallen en het was nog maar de vraag of ik door de sneeuwstormen heen in Amsterdam terecht kon komen. En het was heel erg koud. Om nu in een skibroek met laarzen een lezing te gaan geven, vond ik toch wat erg ver gaan. Dat ik toen pas voor het eerst bedacht ‘een panty eronder en andere schoenen mee’, dat heb ik toch in ieder geval van die avond over gehouden. Maar er was meer…

Het debat die avond ging over generatie Y die, aldus de aankondiging van SPUI25, oneindig veel te kiezen heeft en zich niet graag ergens op vastpint. Als je wat meer bronnen zoekt, dan zie je een generatie die soms negatief getypeerd wordt als individualistisch en onverschillig. Een achterbankgeneratie waarvoor alles al door hun babyboomouders is geregeld en die nooit volwassen wil worden. En tegelijk geven anderen juist een ongelofelijk positief beeld. De Einsteingeneratie, de Netwerkgeneratie die is opgegroeid met internet en social media. Een generatie die daardoor zo talentvol, flexibel, zelfredzaam en kosmopolitisch is, al was het alleen maar omdat ze via social media altijd in contact zijn met hun vrienden over de hele wereld. Deze Millenials zijn niet alleen met internet opgegroeid, maar ook in een tijd van luxe, goedkoper reizen en gespreide bedjes in buitenlandse stages en studies. Ze kennen daardoor grenzeloze ambities: een eigen bedrijf, werken in het buitenland, de wereld over reizen. Of als digital nomad werken terwijl je op reis bent. Alles is mogelijk! Het lijken een soort Idols, alsof je hun babyboomouders hoort roepen zoals ze hun kinderen ook hebben opgevoed: je bent geweldig, je kan het, je hebt talent. En het onderwijs doet daar van harte aan mee. Hoewel mensen al sinds de jaren zeventig meer en meer hun leven als ‘eigen keuzeproject’ kunnen inrichten, kan voor deze generatie de keuzebiografie in allerlei opzichten geheel uitgeleefd worden (zie meer in een ander artikel).

Maar even terug naar de avond. Samen met de schrijvers Daan Heerma van Voss en Maartje Wortel en de jeugd- en popmuziekonderzoeker Tom ter Bogt ging ik in gesprek over het beeld van de generatie Y. De discussie en mijn slotpleidooi van toen blijken nu actueler dan ooit. Een mooi moment om de draad weer eens op te pakken en op allerlei manieren over generaties te gaan schrijven: zie artikel Generatie 2 waar de volgende generatie-artikelen over gaan. Ik wil daarmee graag bijdragen aan een sociologische kijk op de wereld.

Een eerste sociologische duiding heb ik al meteen te pakken als ik besef waarom die avond nog meer memorabel voor mij blijft. Ik was me uiterst bewust van de culturele elite waarmee ik me die avond omgeven wist. En juist dat besef van die omgeving maakte het mogelijk dat ik eventuele gevoelens van ongemak beter aan die omgeving kon toeschrijven in plaats van aan een persoonlijk kenmerk. Ik had die gevoelens immers niet in elke en ook niet in elke onbekende omgeving. Maar vaak wel in een ruimte waarin mensen van gegoede komaf zich ophouden; me te zeer bewust van het belang het juiste te zeggen en de juiste houding aan te nemen. Dat ging dit keer best goed. Ook toen een beroemde sociologe naar mij toe kwam. Ze complimenteerde me dat ik een mooi sociologisch en genuanceerd licht liet schijnen op generaties. Ik had echt nooit zoiets verwacht, van mijn rolmodel nog wel; een sociologe die precies de soort onderzoeksverhalen schreef die ik zo graag ook zou gaan schrijven. En natuurlijk, het kon niet uitblijven, in mijn opwinding maakte ik een net iets te groot armgebaar. Tegen haar glas met rode wijn die meteen over haar hagelwitte blouse kolkte. ‘Dan moet je er meteen witte wijn overheen gieten’, was mijn iets te platte en stellige reactie. Ze keek ongelovig, maar ik had inmiddels al een glas wit van een dienblad te pakken en goot dat over haar blouse heen. We werden blij toen we de vlek onmiddellijk zagen verbleken. Maar ik kon wel door de grond gaan. Typisch een gevalletje van sociale hoogtevrees[1]: ook al ben je inmiddels zelf hoger opgeleid, als kind van lagere komaf blijf je je minder op je gemak voelen bij mensen die al generaties lang in een hoog milieu verkeren. Ongemak dat zich verraadt in bijvoorbeeld sociaal onhandig gedrag. En ook die mensen zien dat, pikken onmiddellijk signalen op die een andere herkomst verraden. Alsof het een aura is dat uitzendt ‘zij hoort er niet bij’ met daarbij de echo in je eigen hoofd ‘eens hebben ze door dat ik helemaal niet kan wat ik zeg’. Zie hier hoe sociologie een ander licht werpt. Zoals een studente van me met tranen in haar ogen reageerde: ‘Sociale hoogtevrees! Dat heeft mijn vriend! En ik heb hem altijd verweten dat hij autistisch is of op zijn minst een tekort heeft aan sociale vaardigheden.’ Dit gepsychologiseer, als symbolische uitwas van onze geïndividualiseerde samenleving, kan een belangrijke voedingsbodem zijn van het beeld van de jongere generatie dat nu steeds meer verschijnt: de opgebrande generatie. Het maakbare individu dat voor alles in zijn leven zelf verantwoordelijk is, blijkt zich allerminst vrij en gelukkig te voelen. Want maakbaar betekent ook persoonlijk feilbaar: je hebt de verkeerde keuzes gemaakt, je niet genoeg ingespannen en dus gefaald. Het rode wijnincident wordt door de sociologische bril minder persoonlijk en daarmee minder pijnlijk, maar zeker niet minder waar. De sociologische blik geeft zoveel meer mogelijkheden: het wijnincident is niet alleen een stomme beurt van mij, maar kan als een patroon in sociaal gedrag geanalyseerd worden waardoor ongelijkheid in stand blijft. Wat een zoveel rijkere wereld om te verkennen gaat er dan open dan wanneer je gedrag alleen opvat als ‘een (gen of brein) eigenschap’ of ‘iets door mijn opvoeding’. De sociologische verbeelding is ook een opluchting: het maakt het alledaagse verrassend eenvoudig verklaarbaar. Hoe beter we de wereld om ons heen kunnen begrijpen, des te beter we die wereld en ons eigen leven kunnen accepteren. Het wijnincident kan ik daardoor zelfs als vermakelijke anekdote daarvan laten zien. We hebben overigens via de mail nog heel prettig contact gehad en de blouse was na een wasbeurt weer even wit.

In generatie 2 en 3 kun je verder lezen over het sociologisch betekenis geven aan generaties en hun levenservaringen.

[1] Hierover is weinig empirisch onderzoek verschenen. Voor Nederland zie vooral Brands, J., 1992, ‘Die hoeft nooit meer wat te leren.’ Levensverhalen van academici met laaggeschoolde ouders. Nijmegen, SUN.

Generatie 1 Sociale hoogtevrees

Geef een reactie

Schuiven naar boven