Engels in Japan, 2005

Acht Japanse peuters roepen ‘hello, hello’ als ik aan kom fietsen bij hun ‘nursery school’ in Nakano-ku, één van de deelgemeenten in Tokio. Samen gaan we de lift in naar de ‘huiskamerklas’ op de negende verdieping. Altijd weer een wedstrijd wie het eerst is om op het liftknopje te drukken. Rya is dit keer het snelst en tot mijn verbazing roept hij uit: ‘Nine!’. Sho loopt alvast de ‘walking song’ te zingen: walking walking 2x, jump jump jump 2x, running running running 2x, now we stop 2x op de melodie van ‘Vader Jacob’. Dit liedje is een groot succes en leent zich perfect om steeds allerlei nieuwe begrippen met bijbehorende bewegingen of voorwerpen te oefenen. Ze ‘jumpen’ al ‘to the left’ of ‘to blue’ en zoeken dan zo snel mogelijk een voorwerp van die kleur. ‘Running’ is favoriet, maar ook met ‘smiling, crying, sitting, sleeping’ en vooral ‘screaming’ weten ze raad. Via tekenen, uitproberen, zingen, bewegingen maken en vooral wedstrijdjes hebben ze ook kennisgemaakt met dieren, tellen, lichaamsdelen, kledingsstukken en voedsel. In twaalf lessen hebben ze talloze begrippen opgepakt, maar blijft Engelse les voor hen een spel waar ze steeds naar uitzien.

 

In 2005 was ik voor werkzaamheden aan een universiteit langere tijd in Tokio. De oudste zoon van onze gastheer zat op bovengenoemde ‘nursery school’ die al gauw met de vraag kwam om bij hen Engelse les te geven. Engelse les aan peuters was toen, maar is nog steeds in Japan een grote trend die aansluit bij één van de grote actieplannen van het ministerie van onderwijs[1]. Toen ik er in 2005 was, was de inzet een drastische hervorming van het Engelse taal- en intercultureel onderwijs om in 2008 zoveel mogelijk ‘Japanese with English Abilities’ in het land te hebben. Het actieplan raakt alle schoolniveaus en schetst een algemeen beleidskader. Méér Engels en meer aandacht voor de beheersing daarvan in selectieprocedures voor opleidingen en banen is het doel. Vooral ook beter Engels is noodzakelijk: geen docentgecentreerde grammatica- en vertaallessen meer, maar op communicatie gerichte lessen waarin leerlingen zich via uitdagende werkvormen betekenisvolle leerstof eigen maken. Het is nodig meer leraren Engels op te leiden en taalassistenten in te zetten om kleinere klassen en groepering naar niveau mogelijk te maken. Ook zijn innovatieve lesmethoden op lerarenopleidingen, oprichting van pilotscholen en wetenschappelijk onderzoek speerpunten. Het organiseren van meer contact met Engelstaligen en niet-Japanners in het algemeen is gewenst in een land waar maar 1,5% niet-Japanners en dan nog vooral andere Aziaten wonen. Zo zouden er elke week ‘native speakers’ op basis- en middelbare scholen te vinden moeten zijn. Er komen meer uitwisselingsbeurzen voor high school- en hoger onderwijsstudenten, subsidies om banden met zusterscholen aan te gaan, om internationale onderzoekscentra op te zetten en om internationale activiteiten voor jongeren te organiseren zoals zomerkampen en sportwedstrijden.

De ambities van het ministerie lijken er niet voor niets te zijn. Wie denkt zich in een metropool als Tokio met Engels te kunnen redden, komt bedrogen uit. Zelf liep ik de eerste keren nog af op wegwijzerborden met ‘English map’ of onbekende drankjes met een Engels opschrift. Al gauw bleek de rest van de tekst volledig Japans. Dat geldt ook voor teksten bij toeristische trekpleisters en zelfs voor de ‘information for foreigners’ van de deelgemeente, de formulieren van de ‘alien registration office’ en de persberichten over het Tokyo International Filmfestival. Hoewel alle universiteiten een ‘international office’ hebben, is daar vaak nauwelijks Engelstalige informatie te krijgen, laat staan dat er Engelstalige onderwijsprogramma’s verzorgd worden. Zomaar in eenvoudig Engels aan iemand iets vragen? Negen van de tien keer springt de aangesproken persoon van schrik de lucht in en lijkt de paniek toe te slaan gelet op de verwilderde oogbewegingen. Niemand heeft me nog een geloofwaardige verklaring kunnen geven voor het merkwaardige Engels waar je soms wél mee geconfronteerd wordt. Mensen dragen t-shirts met spreuken als ‘I am happy potato’, ‘Now it is the grass’, ‘Be stupid and peace’. Veelzeggend zijn de ontelbare websites die bedoeld zijn om contacten tussen Japanners en niet-Japanners te leggen. Gisteren kwam ik het volgende bericht tegen: ‘The person who is in Japan is a group and plays and thinks when it should have been possible for interchange to open a ring of a friend. When it should have been possible for a trip visiting each other’s countries sometime with the person whom there is abroad, I think’.

Tijdens mijn bezoeken aan Japanse scholen en universiteiten merk ik grote verschillen in Engelstalige communicatiemogelijkheden en in de lespraktijk zelf. Zo word ik bij één van de ‘junior high schools’ opgewacht door de directeur (niets hier zonder formele ontvangst). Terwijl het zweet hem uitbreekt, weet hij zich met de grootste moeite te verontschuldigen voor zijn Engels. Ook de leerkracht Engels kan ik echter nauwelijks verstaan en haar les is exemplarisch voor de ‘klassieke’ taalles van instructie, nazeggen en invuloefeningen. Het kan ook anders. Op een ‘elementary’ school word ik enthousiast in het Engels begroet en zie ik tienjarigen toerist en reisleider spelen in een rollenspel. Daarna stappen ze met een zelf gemaakte vragenlijst af op echte toeristen bij één van de vele Tokiose tempels. Zowel leerlingen als leerkracht stralen als er echte gesprekken op gang komen.

Volgens Darren Laverick, hoofd van de Tokyo International School, merken ook zij veranderingen. Regelmatig komen teams hun leerling- en onderzoeksgerichte Engelstalig onderwijs bekijken en de manier waarop zij de internationale dimensie vormgeven. Deze dimensie is dan ook het eerste wat opvalt als je deze school binnenkomt. Zo is de missie van de school ‘to nurture confident, open-minded, independently thinking, well-balanced inquirers for global responsibility’. In posterpresentaties reflecteren leerlingen op de manier waarop ze deze missie in hun eigen woorden en beelden betekenis hebben gegeven.

Hoewel Engelse les niet verplicht is op ‘nursery schools’ en ‘Kindergartens’, is ook voor deze leeftijdsgroep Engels bezig aan een opmars. Het dagblad The Japan Times (6 november 2005) meldt dat momenteel 21 procent van de vijfjarigen en 10 procent van de driejarigen Engelse conversatielessen volgt. Het zijn vooral ouders die deze instellingen zelf vragen er alvast mee te beginnen. Ze zien het als een van de vele noodzakelijke investeringen in de toekomst van hun kind in de zo selectieve Japanse maatschappij. Beheersing van het Engels geeft niet alleen de status ‘mysterieus’ en ‘modern’ te zijn, maar levert later ook hogere salarissen en grotere baankansen. Tot nu toe springt echter niet alleen het reguliere onderwijs op deze grote vraag in. Engels is ‘big business’ waar al langere tijd een echte ‘English education industry’ omheen gebouwd is. Peuters zijn slechts een nieuwe doelgroep. Universiteiten organiseren op vrije zaterdagen ‘Kids Academies’, talenscholen laten niets onbenut om duidelijk te maken hoe je bij hen lessen kunt krijgen die ‘op maat’, ‘actief’, ‘leuk’, ‘relevant’ zijn. Particuliere docenten proberen op te vallen door Engelse les aan te bieden in alle mogelijke variaties die ‘easy’ en ‘fun’ zijn. Conversatie is in dit soort onderwijs al lang het hoofdthema.

Vraag en aanbod zijn enorm als je alleen al de advertenties op internet bekijkt. Via e-mail nieuwsbrieven kun je dagelijks tientallen aanbiedingen krijgen voor particuliere lessen en full time banen bij talenscholen of Kindergartens[2]. Officiële diploma’s zijn voor dergelijke banen niet nodig. Elke niet-Japanse student die meent Engels te spreken verrijkt hiermee dan ook zijn ervaring én portemonnee. Op internet bieden docenten en ervaringsdeskundigen de nodige achtergrondkennis, lestips en materialen. Ook de consumptie- en media-industrie biedt uitkomst voor vragers en aanbieders. Elke willekeurige boekhandel heeft een hele hoek ingericht met de meest aantrekkelijke multimediale lesmethoden en oefenboeken voor de standaardtesten Engels. De grotere boekhandels bieden Engelstalige prentenboeken en romans voor kinderen en volwassen, waarbij aangegeven wordt welk niveau Engels vereist is. Steeds ontdek ik weer nieuwe educatief spelmateriaal: kwartetten, memory, puzzels en adventure games die inspelen op de laatste trends in populaire cultuur. Electronicawinkels bieden vertaalcomputertjes die hier – net als alle producten – in ontelbare varianten verkrijgbaar zijn. In de metro worden Engelse lesjes op beeldschermen gegeven en tv-zenders bieden dagelijks Engels les voor verschillende doelgroepen. Ook deze lessen kenmerken zich door rollenspellen in realistische situaties en grote spelshows. Kortom: een enorme markt met producten, waarbij ‘gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten’ en ‘leuk, dus zonder veel moeite’ steeds tot reclameboodschap gecombineerd worden.

Gelet op de geringe Engelstalige communicatie in het dagelijkse Japanse leven, is echter de vraag wat deze industrie oplevert. Meerdere docenten van talenscholen vertellen me dat het met de kwaliteit van lessen vaak droevig gesteld is. Anderzijds wijzen ze ook naar hun ‘leerlingen’ zelf. Voor hen lijkt het belangrijker dat ze Engelse les op hun CV kunnen zetten en in de gelegenheid zijn eens ‘leuk met een buitenlander’ te praten, dan dat ze daadwerkelijk willen studeren om de taal onder de knie te krijgen. Tegelijk blijft de vraag of onderwijshervormingen op kunnen tegen het marktgeweld. Het onderwijs zal duidelijk moeten kunnen maken, waarin haar meerwaarde nog gelegen is. Ze heeft het alleenrecht op kennisverspreiding verloren aan de markt die veel makkelijker op nieuwste trends en individuele behoeften kan inspelen. Dit geldt nog sterker nu het onderwijs aantrekkelijker en beter probeert te worden met nieuwe onderwijsmethoden die ‘de markt’ al lang aanbiedt. Kansrijke groepen zullen waarschijnlijk het beste uit beide werelden mee weten te pikken. De meerwaarde van het onderwijs zou wel eens niet zozeer ‘formeel erkende kwaliteit’ kunnen zijn, maar het bieden van mogelijkheden aan groepen die niet uit zichzelf met nieuwe ontwikkelingen mee kunnen gaan. Juist de emancipatierol van het onderwijs lijkt nog lang niet uitgespeeld. Hoe staat het er in 2019 voor?

[1] Zie de website van het ministerie: www.mext.go.jp/english/index.htm

[2] Zie sites als http://www.ohayosensei.com/ en http://www.jobsinjapan.com/.

Engels in Japan, 2005
Schuiven naar boven