Volgend jaar wordt het jaar van de waarheid voor veel Japanse ambtenaren. In 2020 vinden in Tokyo de Olympische Zomerspelen plaats en die moeten natuurlijk aan Japanse perfectie voldoen. Een van de speerpunten is het vergroten van de toegankelijkheid van de stad door veel aandacht te hebben voor de Engelse taal.
De regering heeft besloten dat vanaf 2020 alle eindexamenkandidaten van de middelbare school het Engels moeten beheersen op het B1 niveau Common European Framework of Reference for Language (CEFR). Dan gaat het om het kunnen praten over alledaagse zaken als school, werk, hobby’s en boodschappen doen, maar ook om het kunnen verwoorden en verklaren van toekomstplannen, idealen. En vanaf april (de start van het schooljaar in Japan) 2020 moeten ook alle basisscholen verplicht Engels opnemen in hun curriculum (veel scholen hebben dat al sinds 2002). De meeste leraren op deze scholen voelen zich daartoe helemaal niet bekwaam, wat ook zichtbaar wordt in de run op bijscholingscursussen van ‘native speakers’.
Sinds 2001 kom ik regelmatig voor langere tijden in Japan en al die tijd was Engels een speerpunt in het Japanse overheidsbeleid. Toch was daar die afgelopen jaren – ondanks alle enorme inspanningen – nog weinig van te merken. In 2006 schreef ik er een artikel over voor het Onderwijsblad en dat is eigenlijk nog steeds actueel: lees hier Engels in Japan, 2005.
Maar nu lijkt er echt iets te veranderen als je alleen al let op het straatbeeld in Tokyo. Sinds een jaar of drie zijn er heel veel Engelstalige websites, ook van hotels. Meer en meer opschriften in het openbaar vervoer zijn in het Engels, toeristische plekken hebben folders in het Engels en mensen slaan niet meer massaal op de vlucht als je ze in het Engels een vraag stelt: nee, ik overdrijf niet, dat was echt het geval. En sinds een jaar of drie kom je meer en meer toeristen op straat tegen, waaronder steeds vaker Nederlanders. En ook de officiële cijfers bevestigen mijn waarneming: tussen 2006 en 2016 is het aantal toeristen bijna verviervoudigd, van ongeveer 7 naar rond de 26 miljoen. De meesten daarvan komen uit China, gevolgd door andere Aziatische landen als Taiwan en Korea (zie zie tourism data, bezocht op 23.01.2019).
Het land, of beter de hoofdattracties in de grote steden, lijkt dus echt toegankelijker geworden. Dat heeft vast met de opmars van het Engels te maken. De opkomst van draagbare wifi, Google maps en Google translate zijn daarbij misschien wel net zo belangrijk. In 2008 woonde ik een tijd in een sociale woningbouw flat in het noorden van Osaka. Niets zo geschikt om een stad te leren kennen is ronddwalen in gewone wijken. Ik liep toen nog met een enorm boekwerk van Japanse plattegronden in mijn rugzak. Globalere kaarten met Engelse aanwijzingen waren van dit soort wijken niet beschikbaar. Nu nog steeds niet, maar nu kan Google maps je altijd meteen uit de brand helpen als je verdwaalt in de doolhof van kleine straatjes die Japanse steden rijk zijn. Daar heb je meer aan dan aan Engelse straatnamen natuurlijk.
Hoewel er dus zeker dingen veranderen, zijn er nog steeds zorgen en zijn de verhalen over Japan en Engels niet heel anders dan 10 jaar geleden. In oktober 2017 schreef het hoofd van de Tokyo International School, Ikuko Tsuboya-Newell, een alarmerend artikel in de Japan Times. Volgens de laatste testscores op de English Proficiency Index eindigde Japan als 35ste van de 72 landen, hoewel elke Japanner toch minstens 6 jaar Engels op school krijgt. En nog steeds ziet zij daarvoor dezelfde oorzaken zoals ik die 10 jaar geleden ook al tegenkwam, toen ik daarover mijn eerste artikel schreef. Het gaat om oorzaken als leraren die zelf te weinig vaardig zijn in het spreken van Engels, te veel nadruk op grammatica en stampen van zinloze woorden, alleen aandacht voor lezen en schrijven en niet voor conversatie. Een meer culturele reden zou gelegen zijn in de angst van veel Japanners om een fout te maken. In een collectivistische cultuur die bovendien onzekerheid zoveel mogelijk wil vermijden, kun je in het openbaar niets doen zonder het perfect te doen. En een fout betekent ook dat je de hele groep daarmee tot schande maakt. Bovendien is de noodzaak om Engels te kunnen spreken er nooit geweest in een land waar nauwelijks immigranten zijn en toeristen kwamen. Volgens Ikuko Tsuboya-Newell ziet de regering echter een belangrijke oorzaak over het hoofd: veel te weinig lesuren die aan Engels besteed worden. Daar zit best wat in. Als ik kijk naar de kinderen van onze Japanse vrienden dan zijn ze heel erg veel tijd met school bezig (vooral met het sporten buiten lestijd), maar het leren van Engels is daar geen groot onderdeel van. Maar los van de uren is er volgens mij nog meer aan de hand. Engels is gewoon geen issue. Ook al groeien ze op in een universitair milieu waarin hun ouders ook thuis af en toe Engels met hen proberen te spreken, het lijkt alsof het totaal geen onderdeel is van hun leefwereld.
Daarom denk ik dat een meer sociologische factor, de context in dit geval, nog het meest onderschat wordt. Japanners, ook jongeren, komen nauwelijks met Engels en met anderstaligen in aanraking. Films, boeken, popmuziek zijn bijna allemaal J-pop: van Japanse bodem en in het Japans. Als er al Engelstalige films draaien of op TV verschijnen, dan zijn ze vaak hertaald naar het Japans. Er zijn nauwelijks internationale studenten in Japan en degenen die er zijn komen er om Japans te studeren. Regelmatig geef ik in het Engels een cursus aan de universiteit en het is opvallend dat daar meer internationale dan Japanse studenten op af komen: de Japanse studenten schrikken terug voor ‘het vreemde’ en zijn bang om in het Engels te moeten communiceren. Allemaal zaken die niets met het Engelstalige lesaanbod op school te maken hebben. De jarenlange pogingen in het onderwijs laten zien dat daar de sleutel waarschijnlijk niet te vinden is. En toch blijven ze in Japan vooral in het formeel leren op school de oplossing zoeken. Dat is in Nederland overigens niet zo anders. Ook daar wordt elk maatschappelijk probleem over de schutting van de scholen geworpen. Alsof een paar lessen een afdoende ‘medicijn’ zijn.
Ik raak een beetje droevig als ik die steeds grotere stromen toeristen in Japan zie verschijnen. Japan raakt daarmee steeds meer van haar charme en mysterie kwijt. Maar tegelijk denk ik dat die veranderende context wel eens de ommekeer zal betekenen in het gebruik van Engels in Japan. ‘Engels’ is niet meer alleen iets ‘moderns’, ‘mysterieus’, maar het wordt steeds meer noodzakelijk. Als het dan ook nog als een nieuw statussymbool gezien gaat worden door nieuwe, jongere elites dan komt het wel goed met dat Engels.
Met die Olympische Spelen komt het sowieso helemaal goed. Tot eind 2018 konden mensen uit de hele wereld zich aanmelden als vrijwilligers en de eindstand was meer dan 180.000 aanvragen: van tieners tot 80-plussers, 63% vrouw, 37% man, 63% met de Japanse en de rest een niet-Japanse nationaliteit. Vanaf februari 2019 zullen met deze groep de voorbereidingen van start gaan. En reken maar dat er dan in Japan niets aan het toeval over wordt gelaten.