Praktisch of theoretisch opgeleid: termen verhullen ongelijke kansen

Het is een nobele gedachte om het onderwijs niet meer te zien als hiërarchische ladder maar als een ‘waaier aan opleidingsrichtingen’, aldus demissionair minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, OCW). Dat is ook te zien aan de instemmende reacties in de sociale media, van praktisch én theoretisch opgeleiden. Zo hoeven we mensen niet meer in laag of hoog opgeleid in te delen. Deze hoog-laagindeling werkt niet alleen stigmatiserend, maar leidt ook tot een onderwaardering van laagopgeleiden, terwijl juist dat de mensen zijn die de tekorten in ambachtelijk werk kunnen oplossen. En dit laatste is wel de belangrijkste reden om niet langer van laag- of hoogopgeleid, maar van praktisch en theoretisch opgeleid te spreken. Zullen de nieuwe termen tot een stormloop op het mbo leiden? Drie redenen waarom niet.

Allereerst zullen mensen steeds hogere opleidingen blijven nastreven, zolang alle onderwijsniveaus tot en met mbo samengaan met het toekomstperspectief van een baan met een lage status, weinig salaris en een sterke disciplinering van het werk.

Ten tweede zal het niet lang duren of ook aan deze woorden wordt een ‘waardeoordeel’ geplakt. Theoretisch associëren we eerder met hoger dan praktisch. Het is een verplaatsing van het probleem, want net als hoog versus laag, zal praktisch versus theoretisch ook een hiërarchisch verschil gaan oproepen. Het lijkt ook een beetje op de praktijk van veel basisschoolklassen. Kinderen worden vaak ingedeeld in verschillende niveaus, maar geprobeerd wordt termen als hoog, laag, onder- of bovengemiddeld te vermijden. Niveau wordt dan uitgedrukt in termen als ster, maan, zon. Maar waartoe helpt dit? Zelfs kleine kinderen weten al snel dat zon een hoger niveau is dan ster.

En dat zal zeker gebeuren als praktisch en theoretisch alleen als vervanger voor laag en hoog worden gebruikt. Wonderlijk dat dit vaak gedaan wordt, zelfs ook in serieus onderzoek. Zo las ik bijvoorbeeld tot mijn verbazing een stuk in De Volkskrant over het proefschrift (!) van de socioloog (!) Kjell Noordzij, waarin hij aangeeft dat hij  niet spreekt over hoog- en laagopgeleiden, omdat dat denigrerend is. Hij definieert praktisch geschoolden versus theoretisch geschoolden als maximaal mbo versus hbo en wo. Hiermee gebruikt hij de dichotomie praktisch-theoretisch opnieuw hiërarchisch.

Deze invulling van praktisch en theoretisch doet geen recht aan de werkelijkheid. Als je – en dat is een derde reden – echt de suggestie van hoog en laag wilt wegnemen, zul je alle opleidingen helemaal opnieuw moeten indelen. Zo zou je een tandartsopleiding eerder praktisch kunnen noemen, terwijl het vmbo-t(heoretische leerweg) theoretisch is. Maar dat gebeurt nog zelden.

Er is inmiddels een internationale standaard die op deze manier opleidingen probeert te classificeren. Alle vormen van vmbo, havo en vwo worden daarin als theoretisch, want algemeen vormend opgevat. Praktische opleidingen zijn dan mbo en hbo-bachelor. Omdat er nog geen eenduidige nieuwe indeling gevormd kon worden, krijgen een wo-bachelor en hbo- en wo-masters de kwalificatie theoretisch. De bedoeling is voor elk van deze opleidingen nog uit te zoeken welke praktisch dan wel theoretisch zijn. Het is voorstelbaar dat bijvoorbeeld wo-filosofie dan theoretisch wordt, maar wo-tandheelkunde praktisch. Een voordeel van deze indeling is volgens het CBS dat deze geen hiërarchie bevat, maar een gelijkwaardige typering is die kwalitatief van aard is en die daardoor minder aanleiding geeft tot een waardeoordeel en stigmatisering.

De nobele gedachte kan pas echt nobel worden als ‘geen waardeoordeel’ samen zou gaan met ‘geen verschil in waardering’, in status, in salaris en andere beloningen. En zo is het cirkeltje rond en zijn we weer terug bij de eerst genoemde reden. Het onderscheid in hoger en lager opgeleid is dé scheidslijn als het gaat om kansen op een baan, een hoger inkomen, een groter en diverser netwerk en een langer en gezonder leven. Sociologisch onderzoek laat dit keer op keer zien en diverse sociologische theorieën leveren daar verklaringen voor.

Het gebruik van de termen theoretisch en praktisch dreigt sociale mechanismen en kansenongelijkheid meer te verhullen en mogelijk daarmee juist te versterken. Opleidingsniveau staat ergens voor: of je dat nu goed vindt of niet. Voor kansen in het leven en die zijn ongelijk verdeeld, net als overigens de onderwijskansen zelf. Zowel objectief als subjectief is sprake van status-, inkomen, macht- en andere verschillen die met alle goede bedoelingen met nieuwe namen niet verdwijnen.

Nog maar weer eens het pleidooi vaker een sociologische bril op te zetten.

 


Pleijers, A. & De Vries, R. (15 december 2021).
Invulling praktisch en theoretisch opgeleiden. Een bruikbaar alternatief voor de huidige indeling van onderwijsniveau? Bekeken op 7 juli 2023: Invulling praktisch en theoretisch opgeleiden (cbs.nl)

Scienceguide redactie (5 juli 2023).
‘Theoretisch beroepsonderwijs’ in plaats van hbo? Het CBS ziet bezwaren. Bekeken op 21 juli 2023: ‘Theoretisch beroepsonderwijs’ in plaats van hbo? Het CBS ziet bezwaren – ScienceGuide.

Oostveen, M. (15 juni 2023).
Interview Kjell Noordzij. De Volkskrant.

 

Praktisch of theoretisch opgeleid: termen verhullen ongelijke kansen
Schuiven naar boven